Wat is een LCA?
Een Life Cycle Assessment (LCA, ook wel Levenscyclusanalyse genoemd) is een methode om het milieueffect van producten of diensten te meten en te beoordelen. Dit gebeurd door het inventariseren van verschillende emissies en deze te vertalen naar losse impact categorieën (classificeren).
Hoe komt een LCA tot impact categorieën?
Hieronder staat schematisch weergegeven hoe dit werkt. De verzamelde emissies worden ingedeeld in impactcategorieën (classificatie) waar ze een milieueffect in hebben. Om de effecten van de emissies gelijkwaardig uit te drukken wordt per impactcategorie 1 referentie-eenheid gekozen waarin alle andere emissies in worden uitgedrukt. Karakterisatiefactoren vertalen de effecten van deze emissies naar hun referentie-eenheid.
Een voorbeeld:
Van CO2 naar klimaatverandering (aardopwarmingsvermogen)
Koolstofdioxide is een bekend gas dat bijdraagt tot de opwarming van de aarde (milieueffectindicator) wanneer het in de atmosfeer terechtkomt. Er zijn echter meer gassen zoals methaan (CH4) en distikstofoxide (N2O) die bijdragen tot de opwarming van de aarde. Voor de indeling van de indicator is ervoor gekozen alle effecten uit te drukken in CO2-equivalenten. Dit betekent dat 1 kg uitgestoten methaan hetzelfde broeikaseffect heeft als de hoeveelheid van 23 kg kooldioxide. Lachgas is zelfs 298 keer sterker dan CO2, wat betekent dat voor 1 kg lachgas 298 kg kooldioxide moet worden uitgestoten om een gelijk effect op de opwarming van de aarde te hebben.
Waar heeft de LCA voor Wad van Waarde naar gekeken?
Voor de analyse van de WadKop is er gekeken naar de volgende categorieën. Hieronder een kort overzicht:
Klimaatverandering
EN | NL | Korte uitleg | Eenheid |
Climate change | Klimaatverandering | De uitstoot van broeikasgassen | kg CO2-eq |
Deze indicator wordt gedefinieerd als het effect van menselijke emissies op het vermogen van de atmosfeer om een deel van de warmte van de zon die binnenkomt op aarde terug te kaatsen de ruimte in. Broeikasgassen zorgen ervoor dat deze terugkaatsing minder goed kan plaatsvinden waardoor de temperatuur aan het aardoppervlak stijgt. |
Verzuring
Acidification (Terrestrial) | Verzuring | Verzuringspotentieel van bodem door uitstoot | kg SO2-eq |
Deze indicator wordt gedefinieerd als het effect van emissies op de zuurgraad van de bodem (meestal emissies op basis van stikstof en zwavel). Dit kan de bodemprocessen beïnvloeden en een effect hebben op de biodiversiteit. |
Eutrofiëring
Eutrophication (F) | Eutrofiëring (zoet water) | Eutrofiëringspotentieel in zoet water door uitstoot | kg P-eq (or kg N-eq) |
Eutrophication (M) | Eutrofiëring (zout water) | Eutrofiëringpotentieel in zout water door uitstoot | kg N-eq |
Deze indicator bestrijkt alle potentiële effecten van een te hoge voedselrijkom, waarvan de belangrijkste nutriënten stikstof (N) en fosfor (P) zijn. Teveel nutriënten kan leiden tot ongewenste verschuivingen in de soortensamenstelling en een verhoogde biomassaproductie. Dit kan op zijn beurt leiden tot milieuproblemen zoals zuurstofgebrek in water. |
Ecotoxiciteit
Ecotoxicity (F) | Ecotoxiciteit (zoet water) | Giftigheid voor ecologie in zoet water door uitstoot | kg 1,4-DCB-eq |
Ecotoxicity (M) | Ecotoxiciteit (zout water) | Giftigheid voor ecologie in zout water door uitstoot | kg 1,4-DCB-eq |
Deze indicator drukt de toxiciteit uit van vrijkomende emissies en het effect daarvan op de gezondheid van organismen in zoet- of zeewater. |
Menselijke gezondheid
HH carcinogenic | MG Kankerverwekkende stoffen | Menselijke gezondheid – Uitstoot van kankerverwekkende stoffen | kg 1,4-DCB-eq |
HH noncarcinogenic | MG niet-kankerverwekkend | Menselijke gezondeid – Uitstoot van niet-kankerverwekkende stoffen | kg 1,4-DCB-eq |
Deze categorie omvat de effecten van toxische stoffen in het milieu op de menselijke gezondheid. De toxiciteit van de emissies wordt berekend met modellen die rekening houden met de verspreiding van een specifieke stof in het milieu. De indicator wordt uitgedrukt als menselijke gezondheid en wordt vaak opgesplitst in kankerverwekkende (kankerverwekkende) stoffen en niet-kankerverwekkende (niet-kankerverwekkende) stoffen. |
Landgebruik
Land use | Landgebruik | Oppervlakte van land gebruikt per jaar | m2a |
Landgebruik meet de hoeveelheid land die nodig is voor een bepaald proces. Voor het verbouwen van gewassen is bijvoorbeeld landbouwgrond nodig of een fabriek heeft grond nodig waar het gebouw staat. Meestal wordt landgebruik ook verder onderzocht bij veranderingen in landgebruik, waarbij de nadruk ligt op het vroegere gebruik van de grond vóór het huidige gebruik. Vooral wanneer ontbossing een rol speelt is deze indicator van belang. |
Fossiel grondstofgebruik
Fossil Resource use | Fossiel grondstofgebruik | Hoeveelheid fossiele grondstoffen gebruikt | MJ (or kg oil-eq) |
Bij deze indicator (ook wel schaarste van fossiele grondstoffen genoemd) wordt gekeken naar de hoeveelheid natuurlijke grondstoffen (waaronder energiedragers) die als fossiel (niet-hernieuwbare bronnen) worden beschouwd. De karakteriseringsmethode is gebaseerd op de verhouding tussen de uiteindelijke reserves (hoeveel van de respectieve grondstof is op aarde aanwezig) en de winningssnelheid (hoe snel de reserves worden ontgonnen). |
Watergebruik
Water use | Watergebruik | Hoeveelheid water nodig | m3 depriv. |
Deze indicator beschrijft hoeveel water is gebruikt en hoezeer dit bijdraagt tot waterschaarste aan de hand van geregionaliseerde schaarstefactoren. |
De LCA voor de WadKop is uitgewerkt door Ecoras.
Ecoras geeft inzicht in de waardeketen en overzicht over het industrieel ecosysteem. Dit begint volgens hun altijd bij de grondstoffen; hierbij streven ze naar zoveel mogelijk op-biomassa-gebaseerde grondstoffen en grondstoffen die aan het einde van hun levensfase op een milieu-efficiënte wijze kunnen terugvloeien naar een (ander) productiesysteem (cradle-to-cradle).